De documentaire over de “meisjes van de goede herder” gaat over het lot van de zogenaamde gevallen meisjes die in een klooster werden opgevangen en daar keihard slavenwerk moesten doen.
Die meisjes waren soms nog maar amper tieners, misbruikt door familieleden, of alleen maar daar geplaatst omdat de ouders niet voor hen konden zorgen.
Maar zij kregen alleen al door de benaming “gevallen meisjes” de schuld van hun lot.

De kloosters van deze signatuur kwamen in veel landen voor.
Zowel in Australië als in Ierland, Canada en Nederland kwamen de misstanden pas laat naar buiten.
De kloosters verdienden flink aan het werk dat de meisjes deden in naaiateliers en wasserijen. De meisjes maakten ook aan de lopende band twee geborduurde schilderijtjes om op de schoorsteenmantel te hangen.

Op het ene schilderij stond: De aarde: werken en lijden. Op het andere schilderij stond: De hemel: rust en genieten.
Schrijnend natuurlijk dat in die meisjeshuizen die werkelijkheid zo letterlijk in praktijk werd gebracht.
Overal, ook in Nederland, zijn rondom de kloosters veel naamloze graven gevonden waarin soms meer dan één mens begraven was.
Zou het echt een hoop geweest zijn van die te vroeg gestorven meisjes, dat ze in de hemel rust en genieten zouden vinden?

Paulus schrijft ook over de ongemakken en zorgen van het leven en de hoop op een beter bestaan na de dood, bijvoorbeeld in 2 Korintiërs 5.
Het was altijd één van de sterkste punten van het Christendom: de hoop op een beter leven na de dood.

De eerste Christenen waren vooral verschoppelingen van de maatschappij.
En de troostwoorden van Paulus aan mensen die het heel moeilijk hadden in het leven zijn belangrijk gebleven.
Maar de gedachte dat het aardse leven nu eenmaal een tranendal was en dat later, als je maar geloofde, de beloning in de hemel wel kon volgen, werd ook door allerlei machthebbers, vrouwen en mannen in de kerk van Christus misbruikt om anderen de maat te nemen en te kleineren.
Zelfs om de jarenlange behandeling van de gevallen meisjes goed te praten.

Paulus zegt dat, als we het aardse lichaam afgelegd hebben, ieder krijgt wat hij of zij verdient. Dat zinnetje is helemaal een eigen leven gaan leiden.
Toen de Christelijke kerk macht kreeg, gingen de machthebbers dreigen met de hel en zij eigenden zich de macht toe om te kunnen verklaren wie wel of niet in de hemel zou komen.
Er ontstond zelfs een heel dogmatisch systeem.
Het ging om zalig- en heiligverklaringen.
Termen als ‘vagevuur’ werden gebruikt om mensen bang te maken en onder de duim te houden.
En hoewel het protestantisme hiertegen in opstand kwam en een eigen weg is gegaan, is de bangmakerij onder alle Christenen blijven bestaan.
Alsof mensen de macht hebben om een bindend oordeel over de eeuwigheid uit te spreken. Waarom geloven zoveel Christenen dat toch?
Het is niet Bijbels om te denken dat mensen Gods oordeel vast van tevoren hier op aarde over anderen mogen of kunnen uitspreken.

Geert Boogaard, dichter en predikant kon hier bondig over schrijven.

Ik noem twee gedichten die antwoord geven. Eén gaat over het feit dat we als mensen zo graag anderen veroordelen en vinden dat God het met ons oordeel eens moet zijn:

Voor God verschijnen (uit: Omdat er wat komt).

Ze zou niet graag staan
In de schoenen van die
Mevrouw H, zei ze.
Je zult maar met zo’n verleden
Straks voor God verschijnen.

Waar kun je met je verleden
Beter verschijnen dan voor
God, vroeg ik, maar toen keek
Ze me aan alsof ik gek was. En dat was ik.

 Veroordelen we als mens te graag anderen zodat we zijn gaan geloven dat andere mensen de macht hebben om ons te veroordelen?
Hebben we daarom zoveel moeite om Gods vergeving aan iedereen te gunnen, omdat we zelf liever vasthouden aan vergelding?

 Nog één gedicht dan:
Ongeloof (uit: Omdat er wat komt).

Hoewel ik het,
Net zo deed, als Johannes
En zei dat
Verzoening
Er niet alleen
Is voor ons,
Maar voor heel deze wereld,
Heeft men mij niet geloofd.

Heel de wereld
In de armen
van de Vader,
dat ging te ver.

De hoop van Gods kinderen is dat de toekomst, zelfs na de dood, bij God veilig is.
Daar hoeven mensen geen voorwaarden aan te verbinden.
Die hoop mag geen mens een andere mens ontnemen.
Maar kinderen of medemensen van te voren vast de hel op aarde bezorgen omdat ze niet aan onze normen voldoen is minstens even erg, want die ontneemt alle hoop.
Christenen hebben zich daar te vaak en te veel schuldig aan gemaakt.
Ook vandaag de dag.
Ons daartegen verzetten is een opdracht waarmee we de hoop levend houden.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *